Deze week kwam het kabinet met de ‘warmtevisie’. Door de inzet van industriële restwarmte voor het verwarmen van woningen kan het gasverbruik verminderd worden. Een serieus plan, of een slimme afleidingsmanoeuvre? Siebe Schootstra van Energiebusiness.nl bespreekt de voors en tegens.
Door de aardbevingen in Groningen is het onderwerp van de energietransitie weer urgent. De gevolgen van de gaswinning hebben de relatieve luwte waarin de overheid zich geparkeerd had middels het ‘ambitieuze’ SER-energieakkoord geheel weggenomen.
De gaskraan zal afgeknepen moeten worden en nu heeft het kabinet bedacht dat dit kan door de inzet van beschikbare restwarmte van de industrie en bijvoorbeeld afvalverwerkingsinstallaties.
De vraag is of dit plan serieus genomen moet worden of dat het een afleiding is van de feitelijke discussie die gevoerd moet worden: hoe kunnen we de voorgenomen energiebesparing waarmaken en de overstap naar hernieuwbare bronnen versnellen?
Restwarmte: bijproduct kolen- en gascentrales
Stadswarmte kennen we al lange tijd en het principe is eenvoudig. Met de warmte die vrij komt bij de opwekking van elektriciteit in een gas- of kolengestookte centrale wordt water opgewarmd dat verspreid wordt via een netwerk van leidingen naar woningen en bedrijven. Zo kan ook de restwarmte van industriële processen gebruikt worden voor verwarming.
Daarnaast is het vooral bij afvalverwerking gebruikelijk om de vrij gekomen warmte te hergebruiken. Nieuwe ‘reststoffenenergiecentrales’ worden mede daarvoor ingericht. Afval is business en bedrijven als Attero maken daar elektriciteit van, naast stoom en warmte.
Een voorbeeld van nuttige symbiose is de reststoffenenergiecentrale Harlingen die al het Friese afval verwerkt en stoom levert aan buurbedrijf Frisia voor de zoutproductie.
Restwarmte is niet duurzaam
Door inzet van restwarmte wordt een reductie van broeikasgas CO2 gesuggereerd. Het nieuwsbericht van de Rijksoverheid ‘kabinet stimuleert overstap van gas naar duurzame warmte’ stelt dat de inzet van (nieuwe) warmtenetten ‘tot 75% minder CO2-uitstoot ten opzichte van een huishouden met een cv-installatie’ kan leiden.
Deze stelling kan vast rekenkundig correct onderbouwd worden, maar is in een breder perspectief een loze uitspraak. De CO2-voetafdruk van de warmtebron (de centrale) verandert niet en wordt door nieuwe leidingnetten met pompen, kranen, bijverwarming, rendementsverlies en jaarlijks onderhoud alleen maar groter.
De CO2-reductie door het terugbrengen van het aantal woningen en bedrijfspanden met een gasgestookte verwarming staat op zich en kan ook langs andere wegen bereikt worden. Restwarmte is per definitie niet duurzaam, want a) niet hernieuwbaar en b) voortkomend uit een proces dat we nu of op termijn al helemaal niet meer willen.
Energiebesparing
Belangrijkste pijler van het Europese en ook Nederlandse energiebeleid is energiebesparing in de gebouwde omgeving en industrie. Als het om gas gaat, heeft Rijksdienst voor Ondernemend Nederland berekend dat het besparingspotentieel voor de bestaande utiliteitsbouw 37 procent bedraagt. Het uitbreiden van warmtenetten staat echter haaks andere mogelijkheden van energiebesparing.
Voor de bestaande woningvoorraad is immers een nog hogere besparing mogelijk, want energieneutrale woningen of woningen met nul-op-de-meter worden dagelijks gerealiseerd.
Bij het terugdringen van het energieverbruik snijdt het mes aan meerdere kanten. De gaswinning in het Groningen-gasveld kan omlaag en het onderhoud op de instandhouding van het gasnet kan afgebouwd worden. Bovendien kunnen uit de financiële opbrengst van energiebesparing werkelijk duurzame maatregelen gefinancierd worden. Misschien wel een betere businesscase dan die warmtenetten. Die dragen op papier bij aan CO2-reductie, maar niet aan méér duurzame energie en zeker niet aan méér energie-efficiëntie.
Warmte voor stroomopwekking, woning zonder gas
Als door technische ontwikkeling meer warmte die vrijkomt bij de verbranding van afval, omgezet kan worden in elektriciteit, dan hebben we daar wellicht méér aan dan aan het gebruik van restwarmte voor onze woning.
Wat betreft de verwarming van woningen kan het energieneutrale gebouw zonder gasaansluiting, maar met elektrisch aangedreven warmtepomp, als voorbeeld dienen. De ontwikkeling van ‘stroom-naar-warmte’ gaat snel en de warmtepomp met warmte-koude opslag in de bodem is al een bewezen alternatief voor gasgestookte verwarming.
In de kabinetsbrief over de ‘warmtewende’ staat zijdelings vermeld dat de overheid proefprojecten voor geothermie ondersteunt, wellicht de reden dat de woorden ‘duurzame warmte’ in de kopregel staan. Toch gaat het plan in feite niet over aardwarmte, maar over investeren in gebruik van industriële restwarmte.
Investeer liever in energieneutrale huizen
Bij de invulling van de overstap van gas naar warmtegebruik hanteert het kabinet Rutte 1 dezelfde aanpak als bij de afgeslankte invulling van Europees energiebeleid: "Zelfverantwoordelijkheid als eerste, dan faciliteren en stimuleren en dan pas financieren en subsidiëren"
Uit de plannen van minister Kamp blijkt dat een investering in warmtenetten niet aan de overheid is, maar aan het bedrijfsleven. Om het rendement op deze investeringen gezonder te maken, zal het speelveld voor de markt voor warmtedistributie opnieuw ingericht moeten worden.
Een dergelijke aanpak blijft steken bij ‘faciliteren’. Kamp komt hiermee niet tot stimuleren, laat staan subsidiëren. Maar als bedrijven er brood in zagen, dan deden ze het al.
De inzet van restwarmte voor huizen en bedrijfspanden is een onnodig dure oplossing. Investeer in energieneutrale woningen, dan is die restwarmte niet en nooit meer nodig.
Siebe Schootstra is hoofdredacteur van de sites EnergieBusiness.nl, EnergieOverheid.nl en EnergieVastgoed.nl.
Lees ook op Energiebusiness.nl en Energievastgoed.nl
Zonnepanelen moet je registreren bij netbeheerder, maar dat is niet algemeen bekend
Vliegende windturbine gaat proefdraaien
Nutsgebouwen zonder energielabel krijgen boete
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl